werkwoord
WERKWOORDEN zijn DOE-WOORDEN
Ze vertellen wat mensen, dieren en dingen doen.
In de volgende rijtjes staan de werkwoorden tussen (haakjes)
ik (slaap)
hij (valt)
de boom (groeit)
de juf (schrijft)
zij (eten)
wij (protesteren)
u (beeft)
Karel (vecht)
de timmerman (bouwt)
het blad (verkleurt)
de tafel (glanst)
de zon (schijnt)
Ze vertellen wat mensen, dieren en dingen doen.
In de volgende rijtjes staan de werkwoorden tussen (haakjes)
ik (slaap)
hij (valt)
de boom (groeit)
de juf (schrijft)
zij (eten)
wij (protesteren)
u (beeft)
Karel (vecht)
de timmerman (bouwt)
het blad (verkleurt)
de tafel (glanst)
de zon (schijnt)